Genetisch gemodificeerde, triploïde forellen laten zich gemakkelijker vangen dan de natuurlijke variant, zo blijkt uit Brits praktijkonderzoek.
De twee miljoen hengelaars van het Verenigd Koninkrijk kunnen daar straks hun voordeel mee doen, aldus dr. Dafydd Evans van het Environment Agency.
Het onderzoek bestond simpelweg uit het uitzetten van 1.000 gemerkte, triploïde
forellen en nog eens 1000 ‘gewone’, diploide kweekforellen in een aantal rivieren. Vervolgens werd aan sportvissers gevraagd hoeveel van die vissen ze hadden gevangen, en hoe hard ze tegenstribbelden aan de haak. De resultaten zijn nog niet officieel gepubliceerd maar de onderzoekers hebben al wel verklapt dat er een zeer significant verschil was.
Triploïde vissen hebben drie stel chromosomen in plaats van twee, en zijn daardoor onvruchtbaar. Mogelijk wordt het verschil veroorzaakt door het feit dat ze daardoor hun hele leven alleen maar aan toehappen denken. Normale, vruchtbare vissen doen dat alleen wanneer ze niet bezig zijn met kuitschieten.
Het oorspronkelijke idee was om te voorkomen dat de genenpool van de wilde forellen wordt verpest. Per jaar wil men 900.000 kweekforellen uitzetten in de Britse binnenwateren, omdat sportvissers anders helemaal niks meer vangen. Ruim 130 jaar inteelt op visfarms heeft echter zijn sporen nagelaten. De kweekforellen zijn erg goed in het zichzelf volvreten maar bepaalde genen die de overlevingskansen in de vrije natuur bevorderen, zijn er helemaal uitgekruist.
Dat die triploïde vissen ook nog ‘goed’ zijn voor de sport, wordt door Evans omschreven als een ‘onverwachte bonus’.
bron: Times Online