Brasem zwemt zich een slag in de rondte. Dat blijkt uit de eerste resultaten van onderzoek naar Brasem op de Maas. De door sportvissers gevangen vissen werden gemerkt met zogenaamde transponders.
De van chirurgisch glas gemaakte buisjes bevatten een chip, een zender en een batterij met een levensduur van circa vier jaar. Op 25 mei werden de eerste 12 brasems gemerkt, en nu al is duidelijk dat deze vissen de Maas vrij druk op- en af zwemmen.
Forse afstanden
De resultaten van de eerste gemerkte brasems zijn verzameld tot 26 juni. Het blijkt dat van 10 van de 12 brasems al een of meerdere signalen zijn ontvangen. De twee vissen die nog geen signaal hebben afgegeven, zwemmen vermoedelijk nog op de Loonsewaard, een diepe zandwinplas waar deze na het merken werden uitgezet. De andere vissen hebben soms al forse afstanden afgelegd. Vanaf het punt van uitzetten van de gemerkte vis is het hemelsbreed zo’n 15 kilometer tot het stroomafwaarts gelegen Alphen (Lith). Om bij Balgoij te komen moeten de brasems stroomopwaarts richting Grave zwemmen, toch ook zeker 5 kilometer.
Fanatieke zwembewegingen
Brasem 4094 gaat al na een paar uur het zandgat uit en gaat stroomafwaarts naar Megen (Appeltern). Brasem 4090 gaat de volgende dag naar Balgoij en is daar op 15 juni nog steeds. Brasem 4098 verlaat de plas in de middag. De dag erna wordt de vis weer gezien in Niftrik en na twee dagen is de vis gearriveerd bij Balgoij. Daar blijft de vis de rest van de maand juni en is daar ondertussen al ruim 700 maal geregistreerd.
Vis 4100 blijft in de buurt van de Loonsewaard zwemmen. Vis 4102 verlaat op 28 mei het zandgat en komt diezelfde dag aan in Balgoij. In de periode 28 mei tot 22 juni wordt deze vis daar maar liefst 170 keer geregistreert.
Vis 4108 blijft circa 4 dagen in en rond het Zandwingat en verdwijnt dan naar Megen. De vis wordt daar binnen drie minuten, twee maal geregistreerd. Brasem 4109 heeft een tiental registraties (tot 5 dagen na de operatie) in het zandgat te Niftrik, daarna is de vis niet meer geregistreerd. Ook brasem 4113 vertoont een dergelijk gedrag. Vis 4120 zwemt ook wat heen en weer het zandgat in een uit, maar op donderdag 28 mei wordt de vis in Megen gesignaleerd. Op 1 juni zwemt de vis in Alphen bij de waterkrachtcentrale. De vis is ook eenmaal gesignaleerd in de vistrap van Lith. Het is nog niet duidelijk of de vis via de WKC weer door de vispassage omhoog is gezwommen, of dat de vis gewoon te dichtbij de kabel van de vispassage is gekomen. Het zendersignaal werkt immers tot op een afstand van 15 meter. De vis blijft tot 18 juni bij de waterkrachtcentrale rondzwemmen.
Nieuwe data?
Deze interessante gegevensreeks wordt momenteel aangevuld met de omzwervingen van 40 nieuwe vissen die op 29 juni zijn gemerkt. Deze vissen hebben in de borstvin een blauw merkje meegekregen. Dit trekgedrag na de paai levert waardevolle informatie op, van het migratiegedrag in een verstuwde Maas. We zijn ook erg benieuwd in hoeverre de brasems buiten de paaiperiode om, gebruik maken van de vispassage’s, zoals bij Grave.
Wordt vervolgd...
-> Meer over het brasemonderzoek
-> Lees hier het wedstrijdverslag van de 24-uurs wedstrijd op 26 juni jl. (PDF)