Het quotum voor beroepsvisser Timmer die actief is op het Veluwemeer en het Drontermeer, is flink verlaagd. De rechter stelde Sportvisserij MidWest Nederland in het gelijk nadat er een rechtszaak tegen de verlaging was aangespannen door de beroepsvisser. De federatie werd gedurende de hele procedure ondersteund door deskundigen van Sportvisserij Nederland.
Op grond van de huurovereenkomst met de Nederlandse Staat is Sportvisserij MidWest Nederland verplicht om toestemmingen uit te geven aan beroepsvissers voor het vissen met de zegen op witvis in de Veluwe Randmeren. Sinds 1994 bedroeg het quotum voor het Veluwemeer en het Drontermeer 96.250 kilogram brasem en 57.750 kilo blankvoorn.
Vanwege diverse oorzaken, waaronder steeds helderder water en minder biomassa (= voedsel), is de visstand sindsdien echter flink gedaald. Dit blijkt uit het meerjarige monitoringsprogramma van Rijkswaterstaat. De beroepsvisser vangt hier ook al jaren veel minder dan het vastgestelde quotum.
Deskundigenpanel
Naar de mening van de sportvisserij stond het quotum al lang niet meer in verhouding tot de draagkracht van het systeem. In de Visstandbeheercommissie – waarin sport- en beroepsvissers afspraken moeten maken over een verantwoorde visserij – werd echter geen overeenstemming bereikt over een verlaging van het quotum.
Daarom werd deze kwestie voorgelegd aan een panel van deskundigen. Vooraf spraken beide partijen af dat hun advies bindend zou zijn. De deskundigen adviseerden om het quotum voor het Veluwemeer en Drontermeer drastisch te verlagen: voor brasem van 96.250 kg naar 24.000 kg en voor blankvoorn van 57.750 kg naar 2.400 kg.
Uitspraak kort geding
Sportvisserij MidWest Nederland verleende de beroepsvisser daarom een toestemming voor de nieuw vastgestelde hoeveelheden. Die was het daar niet mee eens en spande, ondanks de afspraak over het bindend advies, een kort geding aan om het oude quotum terug te krijgen.
De rechter gaf hier echter geen gehoor aan. Dit omdat was afgesproken dat de uitspraak van het deskundigenpanel bindend zou zijn en de vastgestelde geschillenprocedure correct was doorlopen. Ook oordeelde de rechter dat Sportvisserij MidWest Nederland niet contractueel verplicht was om het quotum hetzelfde te houden als de voorgaande jaren. Anders zou er geen ruimte zijn om dit aan te passen aan een veranderende visstand.
Dit laatste was in relatie tot de geclaimde inkomstenderving van Timmer voor de rechter ook geen reden om het oude quotum toe te wijzen. Deze uitspraak zal ongetwijfeld positief uitwerken op de visstand en de sportvisserij in het Veluwemeer en het Drontermeer.
Lees ook: