(Bron: Wageningen UR). Mensen die veel paling uit onze vervuilde rivieren hebben gegeten, hebben hoge gehaltes dioxine- en pcb-achtige stoffen in hun lijf. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Myrthe van den Dungen.
Sinds 2011 is er een vangstverbod voor paling uit een groot deel van het Nederlandse oppervlaktewater. Het sediment van met name het stroomgebied van de Maas en de Rijn is te vervuild met dioxines en pcb’s (polychloorbifenylen), stoffen met een lange afbraaktijd in het lichaam. Paling uit die wateren overschrijdt de veilig geachte waarden ruimschoots.
Wagenings onderzoek toont aan dat het vangstverbod meer dan terecht is.
Toxicoloog Van den Dungen vond uit het hele land tachtig regelmatige palingeters – voornamelijk vissers en handelaren – bereid zich te laten onderzoeken en interviewen voor haar studie. Zij eten minimaal eens per maand een portie van 150 gram paling. De gemiddelde Nederlander eet gemiddeld maar eens per jaar zo’n mootje paling. Een deel van de deelnemers had paling op uit de verontreinigde gebieden.
“ Met name van de pcb-gehaltes ben ik wel geschrokken ” - Myrthe van den Dungen
De palingeters bleken gemiddeld 2,5 keer hogere gehaltes aan dioxine-achtige stoffen in hun lichaam te hebben dan eters van ‘schone paling’. Het gehalte aan pcb’s en hormoonverstorende pcb-metabolieten was tot wel 10 keer hoger. Beide waarden liggen boven de als veilig aangenomen waarde.
Lees ook in de media: