De provincie Zuid-Holland heeft een overeenkomst met BAM Wegen afgesloten om eindelijk de afkalvende oevers van de Meeslouwerplas in Vlietland aan te gaan pakken. De oevers zullen worden verondiept waardoor ze stabieler en natuurvriendelijker worden.
Volgend jaar wordt begonnen met het storten van grond langs de noordwestelijke rand van de plas. Het gaat om in totaal acht miljoen ton grond die onder meer vrijkomt bij de verdieping van de A4 bij Leiderdorp.
Het glooiender maken van de oevers (nu op sommige plaatsen meer dan dertig meter diep en zeer steil) zal een positieve invloed hebben op de flora- en fauna, de waterkwaliteit en de recreatiewaarden in het gebied. Ook de oevers van de twee eilanden tussen de Meeslouwerplas en de recreatieplas zal met grond versterkt worden. Verder wordt langs de noordwestelijke oever een stelsel van kreken aangelegd, waardoor de visstand en daarnaast ook de vogelstand aanmerkelijk zal verbeteren.
De opdracht is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de Commissie Visserijkundig Beheer Vlietland, Ontwikkelings- en Exploitatiemaatschappij Vlietland, Groenservice Zuid-Holland, gemeente Leidschendam-Voorburg, het Hoogheemraadschap van Rijnland en Beheerscommissie Vogelplas Starrevaart. Het rapport (PDF) hiervoor is in 2007 opgesteld door Sportvisserij Nederland.
Sortvisserij Nederland heeft samen met een technisch bureau het plan met tekening gemaakt voor een krekenstelsel en glooeinde oevers bij deze verder saaie diepe plas met tot nu gevaarlijk steile oevers, waardoor de mogelijkheden voor vissen en recreatie (o.a sportvisserij) vergroot worden.
In de overeenkomst is vastgelegd dat de provincie een bijdrage krijgt van BAM voor de in de Meeslouwerplas te verwerken grond, die anders elders tegen betaling zou moeten worden afgevoerd. De opbrengst voor de provincie wordt ingezet om de natuur- en recreatiewaarden van het gebied te versterken.
Met de overeenkomst is na jarenlange discussie een oplossing gevonden voor de onveilige situatie voor recreanten van de Meeslouwerplas. Begin jaren negentig verdwenen voor het eerst delen van de oevers in de dertig meter diepe plas. De provincie verbood daarom de toegang tot de bewuste oevers. Oorzaak voor de afkalving is de zandwinning die in het verleden in de plas heeft plaatsgevonden. Op sommige plaatsen zijn destijds de oevers te steil afgegraven waardoor ze instabiel zijn geworden.