Kannibalisme wordt bij mensen als een barbaarse daad gezien. Het eten van individuen van dezelfde soort komt bij vissen echter vaker voor dan je wellicht zou denken – en met reden.
(foto: Janny Bosman)
Vissen zijn opportunisten. Een snelle
en gemakkelijke hap is altijd goed; ook
als het je eigen soort betreft. Dit voor
mensen ‘barbaarse’ gedrag zit er bijvoorbeeld
bij de baars al vroeg in: de
grote larven van deze vissoort eten
hun kleinere broertjes en zusjes soms
al op.

(foto: Janny Bosman)
Uitbreiding menu
Jonge baars eet normaal gesproken
dierlijk plankton en ongewervelde dieren,
zoals aasgarnalen en vlokreeften. Pas bij een lengte van 15 cm wordt het
standaardmenu van insectenlarven en
kreeftachtigen uitgebreid met vis(broed)
– waarbij spiering en kleinere soortgenoten
de voorkeur genieten. Maar in
het geval van voedselschaarste kan
kannibalisme al eerder optreden.
Weinig te kiezen
In helder en voedselarm water kan de
visstand grotendeels bestaan uit grote
aantallen kleine, plankton etende baarsjes.
Aangezien er dan weinig visvoedsel
beschikbaar is, schakelen de grotere
baarsjes al snel over op het eten van
hun kleinere jaargenoten. Ook de grote,
oudere baarzen zijn in deze situatie
grotendeels aangewezen op het eten
van jongere soortgenoten.

Grote snoek eet grote snoek - vangst bij een visserijkundig onderzoek
Zelfregulering
Het gevolg is een zelfregulerende baarsstand.
En dat is maar goed ook, zo blijkt
uit een experiment waarbij in een voedselarm
water de oudere, visetende baarzen
werden weggevangen. Als gevolg
hiervan bleek onder de jonge baarsjes
een enorme sterfte op te treden vanwege
voedselgebrek. Er bleven simpelweg veel
te veel baarsjes over die samen van veel
te weinig visvoedsel moesten leven.
Meer kannibalen
Ook van snoek is bekend dat het bestand
aan jonge snoek wordt gereguleerd door
kannibalisme. Andere roofvissen die het
ook op hun kleinere soortgenoten hebben
voorzien zijn snoekbaars, meerval en roofblei. Maar zelfs brasem, blankvoorn
en karper lusten wel een visje – en dat
visbroed betreft niet zelden hun eigen nakomelingen!
Aangezien de meeste vissen
tienduizenden eitjes leggen, is dat ook geen probleem: er blijft altijd genoeg jonge
vis over voor het voortbestaan van de
populatie.
Bron: Hét Visblad