Wildwaterbaan voor vis

5008
04 feb 2008

Het waterschap wil met de bouw van hevels op verschillende plekken het evenwicht in de visstand op het binnenwater in zijn beheersgebied herstellen.

Niet dat er heel veel mis mee is, zegt Quist, maar de Europese kaderrichtlijn water schrijft nu eenmaal een optimale balans tussen 'eigen en vreemde' vissen voor. Zeeland scoort wat dat aangaat net iets ondermaats, aldus de ecologisch deskundige.

Vooral de karper gooit de verhoudingen door de war. ,,Bij een goed ecosysteem hoort een complete voedselketen; van de kleinste plankton tot aan de grootste vis. Volgens de kaderrichtlijn moet de kwaliteit van ons binnenwater in 2015 helemaal op orde zijn. Die kwaliteit laat zich deels aflezen door een juiste visbalans. De inventarisatie van de afgelopen drie jaar laat zien dat er scheefgroei is. Alleen op Schouwen en in het Kanaal door Walcheren is de situatie redelijk."

De karper is een zoetwatervis, legt Quist uit, eigenlijk een exoot die niet thuishoort in Zeeland. ,,Wanneer de vis groot genoeg is, heeft hij geen vijanden meer en groeit die soort alleen maar. Op zoek naar voedsel woelt een karper de bodem om -vaak de oorzaak van troebel water- en werkt het riet los." En dat ondermijnt vervolgens de oeversterkte weer, zegt zijn collega Linda van Dijke (voorlichter, waterbeheer). ,,Op sommige plekken is er bijna sprake van een plaag." Met de bouw van buitendijkse hevels wil het waterschap de intrek van paling, stekelbaars, bot, spiering en zeeprik in het brakke Zeeuwse binnenwater vergroten. De zeven aalgoten die eerder zijn aangelegd op Zuid-Beveland en Schouwen-Duiveland, werken alleen voor jonge paling. Met de hevels kunnen alle soorten achter de dijk worden gezet. Het principe gaat uit van een betonnen bak van vijf meter breed en drie meter diep in de buurt van een gemaal. Wanneer daar zoet water in stroomt, fungeert die plek als een lokstroom voor de trekvissen. Twee tot drie keer per dag wordt het systeem in werking gezet en de vissen via een vacuüm gezogen buis dwars door de dijk naar het lager gelegen polderwater gezogen. Van Dijke: ,,Een wildwaterglijbaan voor vissen, zeg maar."

In Zeeuws-Vlaanderen wordt het principe al toegepast, maar dan met behulp van een pomp. ,,Je hebt dan altijd risico dat de vis door de schoepen beschadigd raakt", aldus Quist. Het vacuümsysteem is met succes beproefd in Friesland en op Texel. Waar in Zeeland hevels worden aangelegd, moet nog worden besloten door het waterschap. Afhankelijk van de locatie en de dijkconstructie kan de investering volgens Quist al snel oplopen tot enkele tonnen. ,,Maar dan zijn we er nog niet. Een hevel heeft alleen zin wanneer het achterliggende gebied groot genoeg is. De vis moet zich wel kunnen verspreiden." Omdat stuwen in watergangen een nieuwe barrière vormen, worden daar andere (simpele) passages gemaakt. Een voorproefje van hoe zo'n circuit er kan komen uit te zien, vormt de 'visintrekvoorziening' die gelijktijdig met de bouw van het gemaal Poppekinderen bij Veere wordt aangelegd. Dat wordt komende zomer in gebruik genomen. Bron: pzc.nl
Er zijn geen gerelateerde berichten.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.