Zoals men wellicht weet, worden in Duitsland diverse onderzoeken uitgevoerd met als doel de herintroductie van de Atlantische zalm. De onderzoeken worden gecoördineerd en deels uitgevoerd door het Ministerie voor Ecologie, Grondgebruik en Bosbouw (Landesanstalt für Ökologie, Bodenordnung und Forsten NRW, LÖBF) en Bezirksregierung Arnsberg.
Diverse partijen in Duitsland en Nederland werken samen in dit onderzoek, waarbij naast de zalm ook gekeken wordt naar de aal, de houting en de herintroductie van de elft.
Momenteel staat de stroomafwaartse migratie van de jonge zalmen (smolts) in de belangstelling. De belangrijkste vraag daarbij is hoeveel smolts de zee bereiken en terugkeren als ouderdier. Waarschijnlijk is het terugkeerpercentage laag als gevolg van een hoge sterfte in de zeefase door overbevissing op de voedselgronden. Een hoge sterfte van terugkerende zalmen door bijvangsten in de kustgebieden, het benedenrivierengebied en de Rijn. Ook is het mogelijk dat veel smolts verdwijnen tijdens de stroomafwaartse migratie door predatie (aalscholvers en roofvissen) en visserij (bijvoorbeeld op het IJsselmeer).
Om dit te onderzoeken worden dit voorjaar circa 100 zalmsmolts uitgezet met een transponder. Daarvoor worden op drie kwekerijen in Duitsland zalmsmolts opgekweekt tot een gewicht van minimaal 150 gram. Eind februari zijn de eerste 29 zalmsmolts gemerkt met een transponder. De zalmsmolts worden eerst onder verdoving gebracht en vervolgens wordt via een kleine operatie een transponder in de buikholte aangebracht. De operatie vindt plaats onder zo steriel mogelijk omstandigheden. Aan het eind van de eerste merkdag zwommen 29 smolts weer gezond in het opslagbekken en zullen zo snel mogelijk worden uitgezet in de Sieg en de Wupper.
De smolts kunnen zo gevolgd worden op de weg naar zee met behulp van het Nedap-trail system. Dit is hetzelfde systeem dat gebruikt is om de stroomopwaartse migratie van volwassen zalmen en zeeforellen in kaart te brengen. Sportvisserij Nederland vindt dit onderzoek erg belangrijk en participeert daarom in dit project. Sportvisserij Nederland hoopt dat de resultaten van dit onderzoek meer inzicht verschaffen in het lage terugkeerpercentage van de uitgezette zalmpjes. Als er meer inzicht is in de redenen van het lage terugkeerpercentage, dan kunnen ook gerichte maatregelen worden genomen om de zalmpopulatie in de Rijn te herstellen.