FLEVOLAND - Rijkswaterstaat IJsselmeergebied wil meer weten over vismigratie rond de Afsluitdijk.
Onderzoek moet laten zien of vissen die voorkomen in IJsselmeer en stroomgebieden van IJssel, Rijn en Overijsselse Vecht de spuisluizen goed kunnen passeren.
De spui- en sluiscomplexen in de Afsluitdijk zijn voor vissen de enige verbinding tussen Waddenzee en IJsselmeer. Bij nieuwe spuisluizen wil Rijkswaterstaat het liefst een aparte vispassage aanleggen.
In opdracht van Rijkswaterstaat bekijkt een consortium van visserijonderzoekers of de vissen het IJsselmeer in- en uitzwemmen. Ze zetten een sonar en visnetten in. De sonar bepaalt hoeveel vissen door de sluizen gaan en welke lengte ze hebben. In een spuikoker komt een fuik van twaalf meter breed en vier meter hoog. Via de fuik belanden vissen in een ruim van een schip waar ze worden gemeten en de soort wordt bepaald.
Het onderzoek duurt een jaar, verwacht Rijkswaterstaat. Het is hard nodig, meent de dienst. Een goede visstand draagt bij aan een gezond ecosysteem in het IJsselmeer en de stroomgebieden. De visstand is daarnaast van belangrijk voor beroepsvissers, sportvissers en trekvogels die overwinteren in het IJsselmeergebied. "Daarom is een goede passeerbaarheid van spuisluizen en een visvriendelijke vorm van spuibeheer van groot belang voor trekvissen, zoals zalm zeeforel, paling en spiering."
Bron: destentor.nl