ROTTERDAM - Het wemelt weer van de vissoorten in de Nieuwe Maas. "Twintig soorten telt de Nieuwe Maas inmiddels weer,'' zegt visbioloog Erwin Visser van het onderzoeksbureau Imarez dat voor Rijkswaterstaat vispopulaties onderzoekt.
Volgens Visser en andere experts is de groei van de populatie een gevolg van de toepassing van vistrappen stroomopwaarts. Een andere gunstige factor is de waterkwaliteit, maar die was al langer verbeterd.
Sportvissers aan de Nieuwe Maas zijn blij met toename van het aantal soorten. Volgens directeur van Sportvisserij Nederland Joop Bongers is het een ontwikkeling van de laatste jaren.
In 1970 werd voor het eerst alarm geslagen over de kwaliteit van het rivierwater. Er zwommen nog maar vijf vissoorten in de sterk vervuilde Rijn en Maas, waarvan Rotterdam het afvoerputje is.
Het duurde nog tot 1986 voordat spijkers met koppen werden geslagen. In dat jaar stroomden duizenden liters zeer giftig bluswater de rivier in na een ongeval bij chemieconcern Sandoz in Bazel. Vissen stierven bij bosjes, tot in Rotterdam. In de twintig daaropvolgende jaren namen chemische lozingen met 90 procent af.
De kwaliteit van het Maaswater is al jaren lang verbeterd, zegt Jos Kuypers van Rijkswaterstaat Zuid-Holland. Hij bemonsterde en analyseerhet rivierwater. "Tot 1995 zag je jaarlijks een sterke kwaliteitsverbetering, daarna is het vrij stabiel gebleven.''
Foto: Roofblei, inmiddels een algemene vissoort in Nederland
"Dat vissers pas de laatste jaren meer vissoorten aantreffen, komt door de toepassing van steeds meer vistrappen in het stroomgebied van de Rijn,'' zegt visbioloog Erwin Winter. "Hierdoor kunnen trekvissen als de Rivierprik en de Zalm stuwen en gemalen passeren zonder te worden vermalen.
Er zwemmen ook exoten rond in het Maaswater. Dit zijn vissen die hier van nature niet horen, zoals de roofblei en de paganelgrondel. Winter verklaart de komst van deze 'vreemde vissen' door de opening van het Main-Donaukanaal in 1992. Het complex van sluizen verbindt de stroomgebieden van de Donau en de Rijn met elkaar. Ook de meerval kwam waarschijnlijk via dit kanaal terug in Rotterdam.