Met een op 28 december 2009 aan de EU commissie verzonden visie op het zeevisserijbeleid heeft Sportvisserij Nederland een in vele opzichten spannend jaar afgesloten.
Een voorstel voor sportvisserij quota voor kabeljauw werd door de Europese sportvisserij lobby in oktober 2009 toch nog omgezet in een veel gunstiger regeling. Lidstaten moeten monitoren wat de sport-en recreatievisserij aan kabeljauw onttrekt en pas als dat voor het totale bestand een probleem is, kunnen er maatregelen komen.
-> Geen registratieplicht dus en geen quotumregeling voor de zeesportvisserij.
Veder kwam de EU commissie in april 2009 met een discussienota over het totale EU visserijbeleid (het Groenboek) waarop tot 31/12/2009 door iedereen die daarover ideeën heeft, kon worden gereageerd. Ook was er op 10 december 2009 een hoorzitting over het visserijbeleid door de vaste Commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de Tweede Kamer, waaraan Sportvisserij Nederland samen met vertegenwoordigers van beroep, ngo’s en wetenschap heeft deelgenomen.
De visie “Contribution to Green paper reform of the Common Fisheries Policy” is de bijdrage van Sportvisserij Nederland aan de Europese discussie. De herziening van het EU zeevisserijbeleid zal per 1/1/2013 een feit zijn. Hieronder een verkorte samenvatting van de (Engelstalige) bijdrage van Sportvisserij Nederland. De complete bijdrage is samen met alle andere bijdragen te vinden op: http://ec.europa.eu/fisheries/reform/consultation/received/index_en.htm
Hoofdlijnen bijdrage Sportvisserij Nederland
1. Zeesportvisserij in Nederland
De visie start met een overzicht van feiten en cijfers over Sportvisserij Nederland en de (zee)sportvisserij:
- Sportvisserij Nederland is belangenbehartiger van 2 miljoen hengelaars en hun organisaties
- In Nederland zijn ca. 650.000 zeehengelaars actief, zij maken 2 miljoen vistrips op /aan de Noordzee, Waddengebied en Zeeuwse Delta
- De zeesportvisserijsector is goed voor ca. 1000 arbeidsplaatsen, vooral in de kustgebieden
- Onderdelen van de zeesportvisserijsector (oa charterboten, aasvoorziening) verschaffen ook werkgelegenheid aan mensen uit de beroepsvisserij sector.
2. Zeesportvisserij, visstand en beleid
De EU Commissie geeft in het Groenboek aan dat het slecht gesteld is met de visstand. Sportvisserij Nederland deelt die visie en daarmee ook de analyse van dertig jaar gemeenschappelijk visserijbeleid in de nota "Vis als duurzaam kapitaal" van LNV minister Verburg. Visbestanden en het ecosysteem zijn het huidige en toekomstig kapitaal voor de visserijsector.
Datzelfde geldt voor de zeesportvisserij:
-> wat wij willen zijn gezonde visbestanden met een gevarieerd soortensamenstelling, en een gezonde leeftijdsopbouw.
Dat zijn ideale voorwaarden voor een verdere ontwikkeling van de zeesportvisserij en voor de werkgelegenheid in de zeesportvisserij sector.
Helaas komt de sportvisserij niet voor in het Groenboek en ook niet in de visie van de Nederlandse minister. Dit is een gemiste kans. Anderzijds betekent het ook dat de zeesportvisserij niet echt een probleem is en ver afstaat van alle problemen in verband met overbevissing, overcapaciteit, niet uitvoerbare regels etc. waar de beroepsvisserij en de EU commissie gezamenlijk over worstelen.
Hoe verder met het zeevisserijbeleid? Hoofdthema’s uit het Groenboek
1. Aanpak overcapaciteit
Ondanks dat er behoorlijk capaciteit is ingeleverd is de gemiddelde vangstcapaciteit niet substantieel gedaald vanwege technische innovatie van de vissersvaartuigen. Uitgangspunt moet zijn dat de omvang van de vloot en de vangstcapaciteit in verhouding moeten staan tot de bestanden en de vangstmogelijkheden.
Een eenmalig sloopfonds, één van de opties in het Groenboek, is naar de mening van Sportvisserij Nederland niet de oplossing voor het probleem van de overcapaciteit.
Het gebruik van individuele of collectieve overdraagbare visrechten door de beroepsvisserij is een goede stimulans om deze meer verantwoordelijkheid te geven. Daarmee komt er meer draagvlak voor het beleid.
Rechten en verantwoordelijkheden moeten duidelijk worden omschreven. De juridische en administratieve procedure van het verlenen van visrechten moet transparant zijn. Visbestanden in de zee zijn van iedereen (common resources). Toewijzing van visrechten mag de rechten van andere belanghebbenden dus niet uitsluiten.
2. Onduidelijke doelstellingen
De primaire doelstelling van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid moet ecosysteem gebaseerd visserijbeheer zijn. Dat is geen doel op zich: een meer productieve zee zal ook de sociale en economische leefbaarheid ten goede komen. Het visserijbeleid moet duidelijke normen hebben over hoe deze doelstellingen moeten worden bereikt. Als het goed gaat met het ecosysteem en de visstand levert dat ook weer meer banen op. Het Geïntegreerd Maritiem Beleid kan in dat alles een belangrijke rol spelen.
3. Besluitvorming systeem
De jaarlijkse vaststelling door de EU Ministerraad van te hoge TAC’s en quota heeft geleid tot jarenlange overexploitatie.
Het Groenboek geeft verschillende opties om de problemen van het huidige GVB op te lossen. Sportvisserij Nederland is voorstander van een meer regionaal geregeld visserijbeheer. De verantwoordelijkheid voor de ecologische en biologische uitgangspunten betreffende controle en handhaving moet op communautair niveau blijven.
Er moet op termijn een verplicht systeem komen van beheerplannen. Binnen de regionale organisatie moeten alle belanghebbenden op evenwichtige wijze zijn vertegenwoordigd. Multispecies beheer heeft de voorkeur, maar beheer gericht op één soort - zoals het voorbeeld van een succesvol beheer van zeebaars in de Ierse Republiek- moet zeker ook kansen krijgen, als het voldoet aan alle ecologische en sociaaleconomische eisen.
4. Technische maatregelen
Sportvisserij Nederland is helemaal voor het beleid van de Commissie om discards uit te bannen en maaswijdtes te vergroten. Sportvisserij Nederland is tegen het afschaffen van minimummaten voor vissoorten, zoals in de visie van de Nederlandse minister is voorgesteld. Een aantal minimummaten zou zelfs verhoogd moeten worden: bijvoorbeeld van zeebaars. Meer paairijpe volwassen vissen zijn van groot belang voor een beter bestand, nu en in de toekomst.
5. Betere naleving
Er is een duidelijke relatie tussen overcapaciteit en het niet naleven van visserijregels. De praktijk heeft aangetoond dat als overcapaciteit wordt aangepakt de naleving beter wordt. Om de omvang van ongewenste bijvangsten beter in beeld te krijgen kan meer gebruik moeten worden gemaakt van waarnemers of camera’s aan boord. Dat is een goede investering.
Een subsidiesysteem om vissers te belonen voor betere naleving is in principe niet wenselijk. Een dergelijk systeem mag alleen zijn gericht op projecten gericht op duurzamer vissen.
6. Kleinschalige visserij
Er moet voldoende aandacht zijn voor controle van de kleinschalige visserij.
De 12 mijlszone is voor de kleinschalige visserij van belang, en zeker ook voor de sportvisserij. Bescherming van die zone is van groot belang voor vis en vissers. Sportvisserij Nederland maakt zich zorgen over de toename van de visserijdruk binnen de 12 mijlszone. Een omslag naar kleinschaliger vissen is mooi, maar dat mag niet inhouden dat de visserijdruk daar hoger wordt.
De regels voor toegang tot de 12 mijlszone moeten niet verruimd worden. Er zou eerder bekeken moeten worden of en waar historische toegangsrechten van andere vloten tot deze zone kunnen worden herzien in het kader van duurzaamheid.
Samenvattend
- De sportvisserijsector wil niet langer het sluitstuk zijn als het gaat om het beheer van de visbestanden. De zeesportvisserijsector wil gezien wordt als volwaardig stakeholder in het EU en het nationaal beleid. Dat betekent dat de sector moet zijn vertegenwoordigd in de nader op te zetten regionale beheerstructuur;
- Erkenning van het feit dat de zeesportvisserij een wezenlijk andere sector is dan de beroepsvisserij;
- De kennisachterstand inhalen en actuele sociaal economische en biologische data generen over de zeesportvisserij op Europees niveau. Deze zijn onmisbaar voor een goede onderbouwing van het te voeren beleid;
- Gelet op de maatschappelijke positie van de Europese sportvisserij de huidige opzet van de ACFA (Advisory Committee on Fisheries and Aquaculture) verruimen door daarin ruimte te bieden voor een vertegenwoordiging vanuit de sportvisserijsector.
EAA bijdrage
Uiteraard heeft ook de Europese hengelaars organisatie (European Anglers Alliance, EAA ) zich niet onbetuigd gelaten en een visie ingezonden bij de EU commissie. Dat is voor deze gelegenheid samen gedaan met de EFTA, de Europese organisatie van de hengelsporthandel en met de CIPS/FIPS Mer, de internationale wedstrijdorganisatie. Ook deze is te vinden onder: http://ec.europa.eu/fisheries/reform/consultation/received/index_en.htm
Verdere procedure tot 2013
De EU commissie zal alle bijdragen in de komende maanden kritisch bekijken en de hand daarvan in april 2010 al komen met een rapportage. De EU staat nu onder Spaans voorzitterschap. De Spanjaarden zullen vooral kritisch kijken naar de toegangsregels tot de visbestanden, vastgelegd in het beginsel van de relatieve stabiliteit. Spanje heeft namelijk geen toegang tot de commerciële Noordzeebestanden. Dat wordt spannend dus. In de loop van 2010 zullen de eerste concrete voorstellen uitkomen.