De interactie aalscholver-vis-visserij en de daaraan verbonden beheervraagstukken, is niet beperkt tot West-Europa. Ook in Canada staat de mogelijke impact van aalscholvers hoog op de beheeragenda’s. Kennis over voedselbronnen (vissoorten, prooilengte) en lokaties waar de aalscholvers vis prederen, is van belang om eventuele beheermaatregelen te nemen.
Met behulp van chemische analyse-technieken van braakresten, hebben Canadese onderzoekers voor twee kolonies en twee achtereenvolgende jaren in kaart gebracht welke prooi waar vandaan kwam. De kolonies bestonden uit 4000 resp. 800 broedparen. In de buurt lagen verschillende kleine en grotere meren.
Baars vormde de belangrijkste prooi, met een aandeel van 30% in 2009 en 55% in 2010. De lengte bedroeg 4 -19 cm. Uit de analyses volgde dat de aalscholvers een groot fourageergebied gebruikten met een regelmatige switch tussen de verschillende meren.
Verdeel-en-heers
De vogels bleven zeker niet dichtbij hun kolonie. Circa 80% van de vis werd gevangen op een afstand van meer dan 20 kilometer van de kolonie. Ook andere studies, onder meer in Duitsland en Ierland, versterken het beeld dat bezien vanuit de kolonie, aalscholvers 10-60 km kunnen vliegen en daarbij afwisselend verschillende wateren bezoeken. Niet denkbeeldig is dat de aalscholver hierbij de verdeel-en-heers strategie toepast. Door spreiding en afwisseling voorkomt de aalscholver een te grote afhankelijkheid van één voedselbron en het risico van “overbevissing” van deze bron.
Een door een aalscholver aangevreten brasem
De voorkeur van aalscholvers voor een bepaald water lijkt vooral te worden bepaald door de beschikbaarheid van vis. Deze beschikbaarheid wordt bepaald door de hoeveelheid vis en de mate waarin de aalscholver deze efficiënt kan bejagen. Seizoensfluctuaties in de beschikbaarheid van vis, kan eraan bijdragen dat de aalscholvers switchen naar een ander water.
Voorkeur
De resultaten van het onderzoek geven ook aan dat het lastig is om op basis van het aantal broedparen in een kolonie, eenvoudige rekensommetjes te maken over de hoeveelheid vis die een aalscholver uit een specifiek water onttrekt en de impact daarvan op de visstand en de visserij. Tot slot was het de Canadese onderzoekers opgevallen dat aalscholvers wel een voorkeur lijken te hebben voor sterk door de mens beïnvloede wateren, met een verstoord voedselweb en uit balans geraakte vispopulaties. Om wateren minder aantrekkelijk voor aalscholvers te maken, suggereren zij herstel van natuurlijke processen en een meer natuurlijke inrichting van het water.
Bron:
- Bugajski et.al. (2013). The complexity of cormorants: stable isotopes reveal multiple prey sources and feeding site switching. Can.J.Fish.Aquat. Sci. 70 (2): 271 -279.
-> Meer over de aalscholverproblematiek in Nederland