Vis & water

Plantenrijke oeverzone goed voor baars

6926
13 nov 2014

In de ontwikkeling van larve tot grotere vis, worden bij veel soorten achtereenvolgend verschillende voedselbronnen benut. Zo eten larven van de baars uitsluitend zoöplankton. Vanaf een lengte van 14-18 mm kunnen de visjes een overschakelen op macrofauna, zoals muggelarven.

De dichtheid en biomassa van plankton en macrofauna zijn in begroeide arealen veel hoger dan in de open-water zones. De aanwezigheid van waterplanten, vooral in de oeverzone, kan zo van invloed zijn op de groei en overleving van jonge baars.

Tsjechische onderzoekers hebben deze mogelijke relaties beter in kaart gebracht. In twee vijvers werden het voedsel en de groei van baarslarven onderzocht, in relatie tot het begroeide oeverareaal. Vijver A had een begroeid oeverareaal van 14%, vijver B van 33% (% van totaaloppervlakte). De begroeiing bestond onder meer uit lisdodde, zegge en kleine egelskop. De samenstelling en beschikbaarheid van plankton en macrofauna werden gemonitord, evenals de aanwezigheid van prooi-items in de larven en juvenielen over de periode april-september.

De overleving van de baarsjes over deze periode bedroeg in vijver A 20%, in vijver B 34%. De hogere sterfte in vijver A vond plaats in de periode eind april-begin mei. Waarschijnlijk als gevolg van voedselgebrek: in veel larven van deze vijver konden geen resten van zoöplankton worden aangetroffen. Vanaf begin juni waren de baarsjes echter groot genoeg (lengte > 3,4 cm) om ook macrofauna te gaan benutten, waardoor de afhankelijkheid van plankton snel afnam.

De groeisnelheid van de baarsjes verschilde niet tussen de vijvers. Wel was de conditie van de baars in vijver A in de loop van de zomer (juli –augustus) hoger dan in vijver B. De verklaring hiervoor ligt in de hogere benutting van macrofauna in vijver A, en een geringere competitie om voedsel als gevolg van de eerdere, hogere sterfte.

Eind september was de conditie van de baars in beide vijvers weer gelijk, evenals de groeisnelheid en de gemiddelde lengte. De biomassa baars in vijver A bedroeg bij afvissing 88 kg/ha , in vijver B 130 kg/ha. De rijker begroeide vijver produceerde dus circa 1,5 x zoveel baars. De resultaten wijzen op het grote belang van een voldoende areaal begroeide oeverzone voor de overleving en produktie van baars.

Bron: Blaha et al. (2014). Planktonic or non-planktonic food in young-of-the-year European perch Perca fluviatilis in ponds. J. Fish. Biol. 85: 509-515

Er zijn geen gerelateerde berichten.

Om u de beste gebruikservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons. cookiebeleid.