Tot circa honderd jaar geleden had de vleet (Dipturus batis) een vaste plek in het ecosysteem van de Noordzee. Deze kolossale roggensoort is nu praktisch uitgestorven, al geeft een recente toename van de vleet in de noordelijke Noordzee wel voorzichtig hoop op herstel.
Door het shifting baseline syndroom wordt vaak vergeten dat de vleet een vissoort is die ook in het Nederlandse deel van de Noordzee thuishoort. Hoe meer tijd verstrijkt na het (bijna) verdwijnen van soorten, des te moeilijker het is om de herinnering en de baseline actueel te houden. Daarom is het van belang dat de historische ecologie helpt om een (beter) beeld te vormen van de mariene wereld in vroegere tijden.
Informatie uit kranten, op schilderijen, van niet-systematische vistellingen, in historische rapporten en soms zelfs uit kookboeken kan uiterst relevant zijn voor wetenschappelijk onderzoek. Daaruit is gebleken dat de vleet veelvuldig voorkwam in de Noordzee. In het zuidelijke deel betrof dit vooral kleine vleten, terwijl in het noordelijkste deel van de Noordzee volwassen dieren werden aangetroffen.
Toppredator
Dat de vleet inmiddels met uitsterven wordt bedreigd (de soort heeft het label critically endangered op de Rode Lijst van de IUCN) komt deels doordat het een langzaam groeiende vis is. De vrouwtjes worden pas bij een lichaamslengte vanaf 2 meter volwassen; voor mannetjes geldt dit vanaf 1,8 meter. Daarbij duurt het tien jaar of meer voordat vleten geslachtsrijp zijn. Dit maakt de soort erg kwetsbaar: populaties kunnen geen stand houden vanwege de verhoogde – door mensen veroorzaakte – sterfte en herstel kost veel tijd.
Alleen in gezonde ecosystemen waarin voor lange periodes weinig of geen verstoring plaatsvindt kan de vleet overleven. Deze roggensoort speelt een essentiële rol in het ecosysteem: die van toppredator. In het voedselweb droeg de vleet bij aan het in stand houden van het natuurlijke evenwicht.
Mogelijk herstel
De laatste jaren lijken zowel beroepsvissers als onderzoekers de vleet – na een keldering in observaties in de 20e eeuw – weer vaker aan te treffen. De recente toename van waarnemingen geeft voorzichtige hoop op herstel van de soort, maar bij het scheppen van mogelijke verwachtingen is het belangrijk om de juiste baseline te hebben.
De toestand van het ecosysteem aan de start van onze eigen ervaringen moeten we niet beschouwen als de natuurlijke toestand. Die wat daaraan voorafging mag echter niet worden vergeten: honderd jaar geleden was de vleet een integraal onderdeel van het Noordzee-ecosysteem. Bovendien komen de recente meldingen uitsluitend uit de noordelijke Noordzee, in de centrale en zuidelijke Noordzee worden nog steeds nagenoeg geen vleten gevangen. Het goede nieuws is tenslotte wel dat in het ecosysteem de habitat en voedselbeschikbaarheid nog steeds voldoende is om deze reuzen (die 3 meter lang kunnen worden) te kunnen huisvesten.
Bron: Hét VISblad