Vraag de gemiddelde witvisser waar hij op vist, en hij zal niet snel met kolblei antwoorden – eerder met brasem en voorn. Niettemin wordt de zeer algemeen voorkomende kolblei met grote regelmaat gevangen en dat maakt hem tot een typische bijvangst. Daarbij worden ze vaak verward met jonge brasem.
(Foto: Jelger Herder. Door zijn geringe grootte zijn er weinig sportvissers die gericht op kolblei vissen.)
Toegegeven: jonge exemplaren van de brasem (Abramis brama) en kolblei (Blicca bjoerkna) vertonen inderdaad veel gelijkenissen. Daarom worden ze in sportvisjargon vaak op dezelfde hoop met de verzamelnaam ‘bliek’ gegooid – afgeleid van de Latijnse
naam van de kolblei.
Maar bliek is geen soort: brasem en kolblei zijn dat wél. De verwarring ontstaat vooral omdat kolblei net als brasem een hoge rug en afgeplatte zijden heeft en ze qua bouw dus haast identiek zijn. Bovendien is de flank bij zowel kolblei als jonge brasem zilverkleurig. De wat grotere brasems zijn meer bronskleurig, waarmee het onderscheid duidelijker wordt. Maar hoe oud je een kolblei en kleine brasem dan tóch uit elkaar?
Rode gloed
Een van de duidelijkste verschillen zit hem in de borst- en buikvinnen: die van de kolblei bevatten een rood-oranje gloed, terwijl ze bij e
brasem donkergrijs zijn. Ook de diameter van het oog is verschillend. Deze is bij de kolblei groter dan de afstand tussen het oog en de snuit. Bij de brasem is deze juist kleiner.
Voor écht ‘hard’ onderscheid tussen kolblei en brasem, moeten de schubben worden bekeken en geteld. Zo zijn die van de kolblei verhoudingsgewijs iets groter dan die van de brasem. Dit verschil valt echter met name op als je beide exemplaren naast elkaar houdt. Daarom biedt schubben tellen meer uitsluitsel. Zo heeft de kolblei 7 tot 9 schubben tussen de zijlijn en de rugvin; bij de brasem zijn dit er 11 tot 13.
Overigens is de
VISsenscanner nog de meest handige tool wanneer je twijfelt tussen kolblei en brasem.
Meer verschillen
Verder hebben brasems een ver uitstulpbare, ‘onderstandige’ bek waarmee ze dieper in de bodem zittende insectenlarven kunnen bemachtigen. Ook kunnen brasems efficiënter plankton uit het water filteren. De kolblei heeft een eindstandige tot licht onderstandige
bek. Waar de twee soorten samen voorkomen, is de kolblei mede hierom doorgaans sterk in de minderheid. Tot slot worden kolbleien ook niet zo groot als brasems. Voor je idee: het
BNRZ-record kolblei staat op 46 cm – dat van de brasem op 77 cm.